top of page

tentoonstelling Transformatie

 

Tekst Ed Leenders

09.02.2020

 

"Herhaling en herinnering zijn dezelfde beweging, alleen in tegengestelde richting; want wat herinnerd wordt, is geweest, wordt achterwaarts herhaald; terwijl daarentegen de eigenlijke herhaling voorwaarts wordt herinnerd."

Søren Kierkegaard

 

Hoe verhouden herhaling en schilderen zich?  Wat herhaalt zich in een afbeelding?  Of, wat wordt herhaald in een abstracte voorstelling?  En is wat zich herhaalt reeds onzichtbaar aanwezig in het witte doek vooraleer de schilder een kwast ter hand neemt?

 

Een schilderij heeft ruwweg drie geschiedenissen, de gebeurtenis van het tot stand komen, de situatie van haar presentatie en haar tot stand komen in een aanschouwen.  De eerste behelst vooral haar maker en het tot concreetheid worden als ding, de tweede haar verschijnen in een andere ruimte, de derde haar individuatie in een kijken.   Het ding, hier een schilderij van Koen Baelus, fungeert als scharnier tussen twee verschillende ruimtes.  Wat herhaalt zich voor de schilder en wat herhaalt zich voor een kijker?   De schilder vereenzelvigt zich met het doek, net zoals vervolgens de kijker dat doet.  Maar de kijker moet zich zeker niet vereenzelvigen met de maker, dat is zelfs onmogelijk.   Meer zelfs, de toeschouwer hoeft zich niet af te vragen wat de maker ‘bedoelt’ met zijn werk.  Dat is een onvruchtbare bezigheid. 

 

Toeschouwen is deelgenoot worden aan een ervaring die nog moet ontstaan.   Kleuren en vormen, doch ook strepen, krassen, vlekken... maar ook ritmes, herhalingen, storingen... zijn geschikt over het canvas en vormen een wereld die mij omsluit.  In welk avontuur stort zich mijn kijken via dit krachtenveld?  In een poging tot houvast, zoekend naar herkenbare patronen?  Hecht zich een herinneren aan het beeld of blijft het ervan los?   Blijf ik bij wat geweest is in een achterwaartse herhaling, of wordt het - in de woorden van Søren Kierkegaard - een voorwaartse herinnering?

 

Zo ontvouwt zich een tentoonstellingsbezoek naar een dubbel spoor, een prachtig abstract werk van Koen Baelus verbonden met een vreemde zin uit het werk van een Deense filosoof.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het grotere drieluik toont de herhaling nadrukkelijker. In elke voorstelling hernemen zich vormen, vlekken en strepen en dansen als het ware over het canvas.   De toonzetting is in een gelijkaardig grijspalet met hier en daar een onopvallende blauwkleurige vlek.

Hier geeft kunst niet het zichtbare weer, maar maakt zichtbaar.

 

 

 

 

Een beetje afzijdig tonen zich acht werken die de gelaagdheid, transparantie, verdubbeling en meervoudigheid van kunst presenteren. De wispelturige reflecties van het plexiglas waarin de werken gemonteerd zijn geven samen met de verlichting een spel van schijn en diepte. Tussen twee plexiplaten zit zowel het werk op linnen als een dunne doorschijnende folie die beschilderd is met een harsachtige laag.

De foto’s tonen niet de visuele rijkdom die zich in het werk presenteert maar het licht accentueert wel boeiend de schaduwranden van het hars op het onderliggend beschilderde canvas.  De verlichting van de tentoonstellingsruimte wordt daardoor mede onderdeel van het kunstwerk en er toont zich een geraffineerd spel van opzet en toevalligheden.

 

Voor zover enkele werken van Koen Baelus op de tentoonstelling ‘Transformaties’in de Warande Turnhout.

 

 

 

De vitrinekast.

 

Een vitrine is een uitstalkast waarvan de inhoud van meerdere kanten kan worden bekeken.  Dit komt doordat de wanden van glas (Frans: vitre) zijn vervaardigd, al worden tegenwoordig ook andere materialen gebruikt, zoals perspex.  Er bestaan ook vitrines in de vorm van een tafel waarbij liggende objecten worden getoond onder een doorzichtige bovenwand.  Het is dan een glazen uitstalkast voor bijvoorbeeld de presentatie van diefstalgevoelige artikelen en artikelen waarbij hygiëne een belangrijke rol speelt.” (Internet)

 

Vijf werken van Koen Baelus zijn gepresenteerd in zo’n vitrinekast, dus we zullen het getoonde met de nodige voorzichtigheid aanschouwen.  Het glas vervult haar beschermende functie door het invallende buitenlicht zo te verstrooien dat de kunstwerken moeilijk te bekijken zijn in de reflecties.  Waarom deze afzondering van de andere werken?  Waarom dat bijzondere statuur, beveiligd en beschermd?  Dat is omdat ze bijzonder zijn

 

Pas toen Koen me hun ontstaansgeschiedenis vertelde bevatte ik het.  Als ik het goed begrepen heb kreeg het canvas van elk werk in de vitrine haar eerste verfstrepen en vetvlekken als … vod.  Als poetsdoek waaraan verfborstels werden proper gewreven, als wrijflap waarmee verf op een ander doek werd weggeveegd of gewoon als schoonmaakgerei.

 

Toen ik op internet synoniem zocht voor ‘vod’ kwam als cryptische omschrijving van poetsdoek: ’Schilderij dat voor de grap is gemaakt’.  Prachtig toch!  Het begrip grap moeten we hier meer filosofisch begrijpen als een vertelling die een onverwachte plotwending neemt en die daardoor het voorafgaande retroactief een verrassende laag geeft.

 

Doordat een poetsdoek gebruikt wordt als aanvangsdoek voor een schilderij verkrijgen de reeds existerende verfvlekken een verschuiving van statuut.  Zij worden nu het onderliggende sporenpatroon waarmee de schilder een verhouding aangaat in zijn verdere schildershandeling.  Koen startte bij deze werken niet met een blank canvas, maar met wat hem aangereikt werd door toeval.  Wat eerst niet van waarde was verkrijgt plots de eer drager te worden van een kunstwerk.  De voorstelling is hier niet het allerbelangrijkste, doch de retroactieve transformaties die een latere herneming bewerkstelligt.  (’Transformaties’ is dan ook de naam van de tentoonstelling!)

 

Voor een kunstenaar is het canvas zelden leeg bij aanvang, het doek is reeds imaginair onbewust voorzien van intensiteiten.  Koen begint meestal zonder vooropgezet idee zegt hij.  Eerste aanzetten worden impulsief met houtskool op doek aangebracht en intensiteiten verstrooien zichzelf vervolgens gestueel over de oppervlak.  Bij de werken in de vitrine is die aanzet al gebeurd en Koen voegt zich in bij de reeds aangebrachte spanningsvelden.  Deze werken staan dus meer symbool voor hoe bij Koen Baelus de meeste van zijn werken tot stand komen -het schilderdoek is bij aanvang reeds bezet.

 

Daarom zijn deze vijf werken ‘schatten’ en verdienen zij een beschermende vitrine.

©  2023 Koen Baelus   

bottom of page